|
HAAKKNOPEN
Meerdere knopen om zowel haken met een bledje als met een oog op een stevige manier aan de lijn te bevestigen.
|
||
Bledknoop 1
1. Neem het eind van de lijn dubbel en houd dit dubbele lijngedeelte bovenop de haaksteel. 2. Pak het eind van de lijn en draai dit stevig rond de haaksteel en het dubbele lijngedeelte. Draairichting: van het bledje weg .De windingen mooi aansluitend naast elkaar leggen. 3. Na 4 tot 7 windingen steekt men het eind van de lijn door de naar links uitstekende lus. 4. Men houdt de knoop met de vingers van de linkerhand vast en trekt de lijn voorzichtig naar rechts. De lus schuift nu met de draad onder de windingen door. 5. Uiteinde kort afknippen. |
|||
|
|||
Bledknoop 2
1. Maak een grote lus in het eind van de lijn en houd die boven de steel van de haak. 2. Grijp met de vingers van de linkerhand die zijde van de lus die het dichts bij de bocht van de haak is. Houd de rest van de lijn en de haak stevig vast met de vingers van de rechterhand. 3. Draai de "linker"kant van de lus rond de haaksteel en het naar links uitstekende einde van de lijn, naar het bledje toe. Doe dit ongeveer 5-6 maal. 4. Is dit gedaan houd de lus dan open met de vingers van de rechterhand en trek met de linkerhand aan het eind van de lijn om de lus dicht te trekken. 5. Stevig aantrekken en uiteinde kort afknippen. |
|||
|
|||
Palomarknoop
|
|||
|
|||
Clinchknoop / Verbeterde kunstaasknoop / Halve bloedknoop
1. Haal de lijn door het oog. 2. Draai het uiteinde 5-6 maal rond de hoofdlijn. 3. Steek het uiteinde van de lijn door de lus bij het oog. 4. Haal het eindje vervolgens terug door de nieuw ontstane lus die nu gevormd is. 5. Maak de knoop nat en trek langzaam aan. Help de knoop zo nodig met de vingertoppen totdat de windingen goed tegen elkaar liggen. Snijd het uiteinde kort af. |
|||
Vervang in het voorbeeld de wartel door de haak met oog.
|
|||
Dubbel doorgehaalde kunstaasknoop / Trileneknoop
|
|||
Vervang in het voorbeeld de wartel door de haak met oog.
|
|||
Dubbele lijn knoop
|
|||
Vervang in het voorbeeld de wartel door de haak met oog.
|
|||
Kanjerknoop
1. Steek het eind van de lijn door het oog. 2. Maak een lus in het eind van de lijn die zo groot is dat het haak er gemakkelijk doorheen kan worden gestoken. 3. Steek de haak 5-7 maal door de lus. 4. Maak de knoop nat en trek aan het eind van de lijn om de knoop aan te trekken. 5. Trek de knoop langzaam tot op het haakoog en snij het uiteinde kort af. |
|||
|
|||
Superknoop
1. De lijn dubbel nemen en door het oog steken. 2. De lus terugleggen over de dubbele lijn. 3. Het einde van de lijn door de lus heen naar buiten steken. 4. De lijn een vijftal maal buitenom over de lus heen wikkelen. 5. Het einde van de lijn binnendoor terughalen, natmaken en zachtjes aantrekken. |
|||
Vervang in het voorbeeld de wartel door de haak met oog.
|
|||
Aanknopen haak aan staaldraad
1. Schuif twee sleeves op de lijn (+ eventueel de krimpkous) en steek de lijn vervolgens door het oog van de haak. Leg in de lijn een enkelvoudige knoop. 2. Steek het uiteinde wederom door het oog van de haak en haal het uiteinde van de draad nog eens door de ontstane lus. 3. Schuif de sleeve die het dichtst bij het oog zit over de dubbele draad en zet deze met een tang op drie plaatsen stevig vast. 4. Herhaal dit met de tweede sleeve. 5. Knip het eind van de draad niet te kort af .Schuif hierna de krimpkous over het geheel tot tegen het oog en iets over het afgeknipte eindpunt. Verwarm en klaar is deze ijzersterke verbinding . |
|||
|
|||
Vlaamse knoop
|
|||
|
|||
Uniknoop / Grinnerknoop
|
|||
Vervang in het voorbeeld de wartel door de haak met oog.
|
|||
Tandemknoop
1. Leg het korte uiteinde van de onderlijn langs de haak. Draai er met uw duim en wijsvinger een kleine lus in die min of meer haaks op de haaksteel komt te staan. Dat helpt om de lijn netjes om de haaksteel te wikkelen. 2. Wikkel nu de onderlijn, beginnend naast het oog van de haak, over het uiteinde van de onderlijn en de haaksteel terug in de richting van het oog. 3. Na 8 tot 10 wikkelingen de strak tegen de haaksteel liggende wikkelingen met de linkerhand vasthouden. Het andere uiteinde van de onderlijn door het oog steken en de knoop aantrekken. U hebt nu één haak vastgeknoopt. 4. De tweede haak op de gewenste afstand tot de eerste haak naast de onderlijn leggen en de bovenstaande procedure herhalen. |
|||
|
|||
Glijdende haakknoop
|
|||
|
|||
Verschuifbare haak
|
|||
Afbeeldingen: ABC-SPORTVISSEN |
|||
|